Vraag het aan tien mensen op straat en minstens de helft zal zeggen: "Ja hoor, 1 liter is gewoon 1 kilo." Klinkt logisch, toch? Maar helaas... Dat klopt niet altijd. Het hangt namelijk helemaal af van wat je probeert te wegen of meten.
Wanneer is 1 liter wél gelijk aan 1 kilo?
Er is één klassiek voorbeeld waarbij het wél klopt: water. Bij een temperatuur van 4°C (het moment waarop water de hoogste dichtheid heeft) is 1 liter water precies 1 kilogram. Superhandig, en waarschijnlijk de reden waarom veel mensen denken dat dit altijd zo werkt.
Maar bij andere vloeistoffen? Nope.
Elke vloeistof heeft zijn eigen dichtheid. En daardoor weegt 1 liter dus niet altijd hetzelfde. Hier wat voorbeelden:
- Melk: Iets zwaarder dan water — zo’n 1,03 kg per liter.
- Olijfolie: Lichter — ongeveer 0,92 kg per liter.
- Benzine: Nog lichter — rond de 0,75 kg per liter.
- Kwik: Bizar zwaar — 13,6 kg per liter (!).
Dus nee, je liter olijfolie is echt geen kilo, en al helemaal niet als je met kwik aan de slag gaat (liever niet trouwens).
En bij vaste stoffen? Helemaal andere koek.
Vaste stoffen hebben vaak nog grotere verschillen in dichtheid. Check deze cijfers:
- Zand: Best zwaar — ongeveer 1,6 kg per liter.
- Bloem: Lekker luchtig — zo’n 0,5 kg per liter.
- Lood: Supermassief — rond de 11,3 kg per liter.
Probeer dus maar niet zomaar een kilo bloem te scheppen op gevoel, je zit er zo naast
Kortom: liter ≠ kilo (meestal niet dan)
Alleen bij water (en dan ook nog bij de juiste temperatuur) kun je 1 liter gelijkstellen aan 1 kilo. Voor alle andere stoffen hangt het af van de dichtheid. Dus als je ooit denkt: “Ach, ik meet gewoon even een litertje af,” check dan even wat je in handen hebt.